Home » Dossiers » Grondwater DSM » De rol van de gemeente in de constructie van de kruipruimte

De rol van de gemeente in de constructie van de kruipruimte

In het kader van de effecten van het stoppen met oppompen van grondwater door DSM, heeft Jaap van Mierlo, bewoner van de Indische buurt, een rappoort opgesteld over de verantwoordelijkheid van de gemeente in deze. Dit rapport wordt opgestuurd naar de gemeente, om hen zo te bewegen hun standpunt te herzien. Het rapport is beschreven voor één woning, maar omdat de meeste woningen op dezelfde wettelijke gronden zijn gebouwd, geldt dit rapport vrij algemeen. Wij willen het jullie niet onthouden.

Jaap van Mierlo is een betrokken bewoner van de Soendastraat, en heeft een en ander in nauwe samenwerking met de Vereniging Onze Indische buurt opgesteld.

Conclusie uit het rapport :

Uit het onderzoek naar de procedures rond de bouw van de woning Soendastraat 3 kunnen de volgende conclusies worden getrokken, die ook geldig zijn voor de vooroorlogse woningen in Onze Indische Buurt.
In het kader van het verminderen van het oppompen van het DSM water stelt de gemeente Delft, dat de gemeente geen relatie heeft met de constructie van de kruipruimte. Daarmee ontkent de gemeente de historische en de praktische gang van zaken. Die stelling is dus onjuist.
De gemeente heeft zogenaamd niet alleen geen relatie met de constructie, maar heeft volgens haar daardoor ook geen verantwoordelijkheid voor de constructie en is bijgevolg ook niet aansprakelijk voor schade aan de constructie. De gemeente trekt hieruit de conclusie dat de huiseigenaar zelf verantwoordelijk is voor de constructie, en zelf maar moet zien hoe hij eventuele schade behandelt. Die conclusie is dus ook onjuist.
Onze argumenten liggen in openbare documenten, die bekend moeten zijn bij de beoefenaren van het vak. Dat maakt de stelling van de gemeente slecht begrijpelijk. De betrokken ambtenaren zouden dit toch ook zelf moeten weten. En anders even vragen aan de collega’s van de dienst Bouw- en Woningtoezicht.
De gemeente heeft erkend, dat het nat worden van een droge kruipruimte gezien wordt als schade. Het resultaat van dit onderzoek is, dat de gemeente met die schade wel een relatie heeft, en dus verantwoordelijkheid, en dus aansprakelijkheid. Wanneer de grondwaterstand zou stijgen tot een gevaarlijk niveau voor het nat worden van kruipruimten staat de gemeente voor de keus om ofwel een behoorlijke financiële regeling in te zetten om de schade te verhelpen ofwel het afbouwen van de wateronttrekking te verminderen of te stoppen.

Vuilnisophaaldagen